Wat zijn de verschillen tussen geweven en niet-geweven geotextiel?

Het fundamentele verschil tussen geweven en niet-geweven geotextiel ligt in hun constructiemethode en de daaruit voortvloeiende eigenschappen. Geweven geotextiel wordt geproduceerd door systematisch draden met elkaar te verweven in een patroon, vergelijkbaar met traditioneel textiel. Dit resulteert in een materiaal met een regelmatige structuur en gerichte sterkte.

Niet-geweven geotextiel daarentegen wordt gemaakt door losse vezels willekeurig met elkaar te verbinden via mechanische, thermische of chemische processen. Deze constructiemethode creëert een materiaal met een meer driedimensionaal karakter en gelijkmatigere eigenschappen in alle richtingen.

De verschillende productiemethoden leiden tot contrasterende eigenschappen:

Geweven geotextiel biedt hogere treksterkte in specifieke richtingen, maar minder rekbaarheid
Niet-geweven geotextiel heeft betere filtereigenschappen, waterafvoer en beschermende functies
Geweven materialen hebben grotere poriegrootte, terwijl niet-geweven materialen fijnere filtering mogelijk maken

Wat is geweven geotextiel precies?

Geweven geotextiel is een technisch textielproduct dat wordt vervaardigd door het systematisch kruisen van twee sets draden—schering (lengte) en inslag (breedte)—volgens een vooraf bepaald patroonontwerp. Deze constructiemethode resulteert in een sterk, dimensionaal stabiel materiaal met een vlakke, regelmatige structuur.

De draden in geweven geotextielen zijn typisch gemaakt van polypropyleen of polyester, materialen die uitstekende weerstand bieden tegen chemische en biologische afbraak. Het productieproces maakt het mogelijk om verschillende weefpatronen te creëren, zoals:

Plain weave (eenvoudig patroon waarbij draden elkaar om en om kruisen)
Twill weave (diagonaal patroon dat extra sterkte biedt)
Satin weave (complex patroon voor speciale toepassingen)

Door de specifieke weefselmethode biedt geweven geotextiel uitzonderlijke stabiliteit en weerstand tegen vervorming onder belasting. Dit maakt het bijzonder geschikt voor toepassingen waar structurele integriteit en lastdragende capaciteit belangrijk zijn. De regelmatige structuur zorgt ook voor een voorspelbare doorlaatbaarheid, wat belangrijk is voor waterstroming in bepaalde constructies.

Wat kenmerkt niet-geweven geotextiel?

Niet-geweven geotextiel wordt gekenmerkt door zijn driedimensionale vezelstructuur waarbij de vezels willekeurig georiënteerd zijn. In tegenstelling tot geweven materialen worden deze vezels niet systematisch verweven, maar via andere processen met elkaar verbonden. Er zijn drie hoofdtypen bindingsprocessen:

Mechanisch gebonden (vernaald) – Vezels worden door naalden met weerhaakjes doorboord om ze met elkaar te vervlechten
Thermisch gebonden – Vezels worden door hitte en druk aan elkaar gesmolten
Chemisch gebonden – Een bindmiddel zorgt voor de verbinding tussen de vezels

De meeste niet-geweven geotextielen in de GWW-sector zijn gemaakt van polypropyleen stapelvezels, die worden geselecteerd vanwege hun duurzaamheid en weerstand tegen chemische invloeden. Producten zoals de SNW-serie bieden eenheidsgewichten van 120 tot 1000 g/m² met doorponsweerstanden tot 12 kN.

Niet-geweven geotextiel biedt uitstekende eigenschappen voor filtratie en drainage door zijn poriënstructuur. Het materiaal kan water doorlaten terwijl het bodemdeeltjes tegenhoudt, waardoor het ideaal is voor toepassingen waar waterbeheersing cruciaal is. De driedimensionale structuur biedt ook betere bescherming voor onderliggende materialen zoals membranen en folies.

Welke sterkte-eigenschappen verschillen tussen beide typen?

De sterkte-eigenschappen van geweven en niet-geweven geotextiel verschillen aanzienlijk door hun structurele opbouw. Deze verschillen bepalen grotendeels voor welke toepassingen elk type het meest geschikt is.

Geweven geotextiel biedt:

Hogere treksterkte in specifieke richtingen (langs- en dwarsrichting)
Lagere rek bij breuk (minder vervorming onder belasting)
Betere weerstand tegen langdurige belasting (kruipweerstand)
Hogere modulus (stijfheid) wat belangrijk is voor versterkingstoepassingen

Niet-geweven geotextiel kenmerkt zich door:

Meer gelijkmatige sterkte in alle richtingen (isotroop gedrag)
Hogere rek (tot 50% of meer) wat schokabsorptie mogelijk maakt
Betere doorponssterkte en scheurweerstand
Superieure bescherming tegen puntsgewijze belasting

Bij het vergelijken van de twee materialen is het belangrijk om te begrijpen dat treksterkte niet de enige relevante eigenschap is. Niet-geweven typen zoals de NW-serie bieden treksterktes van 6 kN/m (80 g/m²) tot 40 kN/m (500 g/m²), terwijl geweven materialen vaak hogere treksterktes hebben maar mogelijk minder presteren op andere eigenschappen zoals filtercapaciteit of bescherming.

Waar gebruik je geweven geotextiel?

Geweven geotextiel is bij uitstek geschikt voor toepassingen waar hoge treksterkte en dimensionale stabiliteit vereist zijn. Je gebruikt dit type vooral wanneer het materiaal direct belastingen moet dragen of overbrengen in constructies.

Ideale toepassingsgebieden voor geweven geotextiel zijn:

Grondstabilisatie onder wegen, spoorwegen en verharde oppervlakken
Scheiding van verschillende grondlagen waar belasting een belangrijke factor is
Dijkconstructies en keerwanden waar versterking nodig is
Tijdelijke toegangswegen op zachte ondergrond
Steile hellingen en taluds waar erosiebeheersing en versterking worden gecombineerd

De hoge treksterkte van geweven geotextiel maakt het ook ideaal voor composiettoepassingen, zoals in combinatie met geogrids voor grondversterking. Een voorbeeld hiervan is het EnkaGrid MAX-C composiet, dat polypropyleen of polyester strips combineert met een mechanisch gebonden niet-geweven component voor multifunctionele toepassingen.

De regelmatige, open structuur van geweven geotextiel zorgt ook voor effectieve drainage in de richting van het vlak, wat belangrijk is in toepassingen waar horizontale waterstroming moet worden gefaciliteerd.

Wanneer is niet-geweven geotextiel de beste keuze?

Niet-geweven geotextiel is de optimale keuze voor toepassingen waar filtratie, drainage, bescherming en scheiding de primaire functies zijn. De driedimensionale vezelstructuur creëert een complex systeem van poriën dat uitstekend presteert in deze rollen.

Je kiest voor niet-geweven geotextiel bij:

Drainagesystemen waar water moet worden doorgelaten maar gronddeeltjes tegengehouden
Bescherming van geomembranen en folies bij stortplaatsen en reservoirs
Erosiebeheersing langs kustlijnen en waterwegen
Infiltratieprojecten zoals bij het distributiecentrum in Gilze, waar het materiaal infiltratiekratten bekleedt
Toepassingen waar een gelijkmatige druk over het oppervlak belangrijk is

De hoge schadebestendigheid en perforatieweerstand maken niet-geweven geotextiel ook ideaal voor ruwe ondergronden waar bescherming tegen puntsgewijze belasting nodig is. Het materiaal biedt een lange levensduur (minimaal 100 jaar) en is bestand tegen zuur, alkali en UV-straling, afhankelijk van het specifieke producttype.

Niet-geweven geotextiel zoals de SNW-serie is bovendien geschikt voor het inpakken van grond om de groei van invasieve exoten te beheersen, wat een belangrijke ecologische toepassing is.

Hoe maak je de juiste keuze tussen geweven en niet-geweven geotextiel?

De keuze tussen geweven en niet-geweven geotextiel begint met een grondige analyse van je projecteisen. Hierbij moet je rekening houden met verschillende factoren die de prestaties van het materiaal in jouw specifieke toepassing bepalen.

Overweeg deze aspecten bij je selectie:

Primaire functie: Bepaal of je hoofdzakelijk versterking (geweven) of filtratie/drainage/bescherming (niet-geweven) nodig hebt
Bodemomstandigheden: Analyseer grondtype, korrelgrootte en waterhuishouding
Belastingseisen: Bereken de verwachte statische en dynamische belastingen
Hydraulische eisen: Bepaal de benodigde waterdoorlatendheden en filterkenmerken
Duurzaamheid: Overweeg de gewenste levensduur en milieuomstandigheden

Voor complexe projecten is vaak een combinatie van beide materialen de beste oplossing. Een composiet waarin geweven en niet-geweven materialen worden gecombineerd, zoals bij EnkaGrid MAX-C, kan meerdere functies tegelijk vervullen.

Let bij je materiaalkeuze ook op het gewicht en de dikte, die invloed hebben op transportkosten en verwerkbaarheid. Niet-geweven materialen zijn bijvoorbeeld verkrijgbaar in verschillende gewichten, van lichtgewicht (80 g/m²) tot zwaar (500 g/m² of meer), elk met specifieke toepassingen.

Wat zijn de belangrijkste conclusies over geweven en niet-geweven geotextiel?

De keuze tussen geweven en niet-geweven geotextiel is geen kwestie van beter of slechter, maar van geschiktheid voor de specifieke toepassing. Beide materialen hebben hun eigen sterke punten die ze waardevol maken in verschillende contexten binnen infrastructuur- en waterbeheersingsprojecten.

De belangrijkste verschillen samengevat:

Geweven geotextiel blinkt uit in versterking en stabilisatie door hoge gerichte treksterkte
Niet-geweven geotextiel excelleert in filtratie, drainage en bescherming door de driedimensionale vezelstructuur
Toepassingsgebieden overlappen deels, maar de primaire functie bepaalt meestal welk type optimaal is
Voor multifunctionele vereisten kunnen composietmaterialen de voordelen van beide typen combineren

Het succes van je project hangt af van de juiste materiaalkeuze gebaseerd op grondig inzicht in de projectvereisten en materiaaleigenschappen. Bij twijfel is het altijd verstandig om advies in te winnen bij experts.

Bij TEFAB helpen we je graag met het selecteren van het juiste geotextiel voor jouw specifieke toepassing. We bieden een uitgebreid assortiment geweven en niet-geweven materialen, evenals composietoplossingen die aan diverse projecteisen voldoen. Met onze focus op duurzame innovatie ontwikkelen we niet alleen conventionele geotextielen, maar ook biobased en composteerbare alternatieven zoals jute die bijdragen aan een circulaire bouweconomie.

Benieuwd naar wat wij kunnen betekenen? Neem contact op via +31 (0)162 455 515 of sales@tefab.nl

Vorige Volgende